zondag 14 februari 2010

Opleidingsniveau

Op basis van "De kracht van Rotterdam", de richtinggevende strategische visie op sociaal gebied van de gemeente Rotterdam kan worden geconcludeerd dat er meer vrijwilligers in Rotterdam moeten komen. Meer vrijwilligers en mantelzorgers vertalen zich in hogere scores op de sociale index, een van de centrale meetinstrumenten voor het Rotterdamse sociale beleid.

Interessant is dan natuurlijk te kijken hoe dat eventueel gerealiseerd zou kunnen worden. De VTO-onderzoeken laten zien dat er eigenlijk maar een aspect van Rotterdammers is dat sterk samenhangt met het doen van vrijwilligerswerk: het opleidingsniveau. Waar geslacht, leeftijd en huishoudensamenstelling relatief weinig variatie opleveren in het al dan niet doen van vrijwilligerswerk blijkt het opleidingsniveau wel bepalend. Hoe hoger het opleidingsniveau, des te meer er aan vrijwilligerswerk wordt gedaan. Overigens betekent dit niet dat mensen meer vrijwilligerswerk doen omdat ze hoger opgeleid zijn: correlatie betekent nog geen causatie. Een mogelijke verklaring is bijvoorbeeld dat hoger opgeleiden een groter netwerk hebben en dus vaker gevraagd worden voor vrijwilligerswerk. Ook kan het zijn dat ze vaker worden gevraagd vanwege hun specifieke vaardigheden.

Wanneer de hoogst voltooide opleiding "geen/lager onderwijs" is, doet 21% aan vrijwilligerswerk. Wanneer dit "LBO/MAVO" is, is het percentage 27%. Bij "MBO/HAVO/VWO" is het percentage 33% en bij "HBO/universitair" 40%.

Wat de oorzaak dan ook is, het verband suggereert dat bij een stijging van het gemiddelde opleidingsniveau ook het aantal vrijwilligers zal stijgen.

Vrijwilligerswerk is, naast een doel op zich, in Rotterdam ook een instrument geworden bij het realiseren van andere doelstellingen, zoals in het onderwijs of de kunst en cultuur. Met de bovenstaande constatering over het opleidingsniveau wordt ook de samenhang de andere kant op duidelijk. Wanneer het gemiddelde opleidingsniveau van de stad stijgt, volgen er meer vrijwilligers. De inspanningen van al die partijen die op onderwijsgebied actief zijn en van de partijen die hoogopgeleiden willen behouden voor de stad dragen dus bij aan het aantal vrijwilligers.

Zou alles dan toch met alles samenhangen?

Bron: Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2007, resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 2007. Drs. P.A. de Graaf, Centrum voor Onderzoek en Statistiek, juli 2008. In opdracht van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten