woensdag 17 februari 2010

Tijd voor vrijwilligerswerk (2007)

Die Pareto toch. Heeft 'ie nog vaker gelijk dan al werd gedacht. Zelfs in het vrijwilligerswerk.

Scheve verhoudingen
De econoom van de 80-20 regel concludeerde (even grofweg) op basis van onderzoek dat 80% van het geld in Italie in handen was van 20% van de mensen. Bleek later in veel meer landen zo te zijn. Ook in de kwaliteitszorg komt de 80-20 regel terug: 80% van de fouten wordt veroorzaakt door 20% van de oorzaken. De resterende 20% van de fouten wordt door de 80% overgebleven oorzaken veroorzaakt. Natuurlijk kan het ook 70-30 of  75-35 zijn, als maar duidelijk is dat niet alle oorzaken evenveel bijdragen aan de resultaten. Ook in het vrijwilligerswerk komt een dergelijke scheve verhouding voor.

De onderzoekers van het COS hebben in de Vrijetijdsomnibus 2007 ook gevraagd naar het aantal uren onbetaald werk dat mensen deden en naar hoe vaak ze dat per week, maand of jaar deden. Hoe hoger de tijd per week, hoe lager het aantal mensen. Geen echt schokkend inzicht. Maar alles opgeteld wel met een verrassend resultaat.

Tijdsbesteding
De echte zwaargewichten die meer dan 20 uur per week aan onbetaald werk besteden vormen 2% van het totale aantal. Tussen 11 en 20 uur per week is 5%, tussen 5 en 10 uur per week is 13%, 3 tot 4 uur is 17%, 2 uur per week 19%, een uur per week 18% en minder dan een uur per week 26%.

De 63% van de onbetaald werkers die niet meer dan 2 uur per week onbetaald werken leveren daarmee maar 19% van het totale aantal uren onbetaald werk. De 7% die meer dan 10 uur per week werkt, neemt daarmee al 37% van de uren voor zijn of haar rekening.

Het COS schat verder dat ongeveer 1/3 deel van de tijd wordt besteed aan informele hulp en 2/3 deel aan vrijwilligerswerk.

Vuistregel 
Grofweg gezegd betekent dit:

Een derde deel van de Rotterdamse vrijwilligers, 50.000 mensen, levert samen 80% van alle vrijwilligersuren. De overige 100.000 vrijwilligers leveren samen 20% van de uren.

Wilt u weten hoeveel uren vrijwilligerswerk er tot nu toe in het lopende jaar in Rotterdam al zijn gemaakt, kijk dan op de voorpagina van www.inZ.nl.

Bron: Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2007, resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 2007. Drs. P.A. de Graaf, Centrum voor Onderzoek en Statistiek, juli 2008. In opdracht van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten